Partijfragmenten

Eindspel paard tegen slechte loper.

In de interne competitie afgelopen vrijdag 15 juni stond bij een partij, de namen van de spelers noem ik niet, de volgende stelling op het bord:

Na afruil van alle zware stukken op de f-lijn heeft wit Lc7 gespeeld met het oog op pionwinst a5.

De zwartspeler speelde de uiterst voor de hand liggende zet Pd5, waarna Lxa5.

De stelling na Pd5 Lxa5 is een illustratief voorbeeld van slechte loper tegen (sterk) paard, een mooie analyse-oefening om te onderzoeken of zwart dit eindspel wint.

Benieuwd naar de analyses….

Kenmerk van de slechte loper: passief eigen pionnen verdedigen en lijdzaam afwachten.

Terug naar de diagramstelling:

Hierbij wil ik verwijzen naar het citaat van Emanuel Lasker: “Als je een goede zet ziet, zoek dan een betere.”

Pd5 is een goede zet, maar er is een veel betere: de pionzet b4.

Wit heeft geen tijd voor Lxb6, want dan loopt de b-pion door naar b3 en verder ongehinderd naar promotie.

De kenmerk van de slechte loper: gehinderd worden door eigen pionnen.

Natuurlijk ook even vaststellen dat de witte koning na de zet b4 niet in “het vierkant” kan komen om de pion te stoppen.

Na b4 van zwart gaat de witte loper uiteindelijk verloren teneinde pionpromotie te voorkomen.

Johan de Wolf

—————————————————————————————————————————

Marcel Nellen – Ronald Lauer

Interne competitie 27 januari 2017

1) e4 c5 2) Pf3 Pc6 3) d4

Hier hebben we dan het welbekende Open Siciliaans.

3) …  cxd4 4) Pxd4 Pf6 5) Pc3 e5 6) Pf3

Iets beter blijkt Pdb5 want dit beheerst het veld d6.

Ook is na 6) …  Lb4 deze penning eerder een verzwakking dan een voordeel voor zwart.

Na 7) a3  Lxc3+ en 8) Pxc3 is er bij zwart een zwakke achterpion op d7.

6) …  Lb4 7) Lg5  Lxc3+ 8) bxc3  Da5 9) Lxf6

Ik ga al een pion kwijtraken en met Lxf6 wilde ik voorkomen er nog een kwijt te raken.

Het alternatief is 9) Pd2 Dxc3 10) Ld3 Pb4 11) O-O Pxd3 12) cxd3 Dxd3 en is volgens mij uiteindelijk toch beter. Ondanks ik dan nog een pion verlies, breng ik wel mijn koning in veiligheid en houd ik mijn sterke loper op het bord. Door 9) Lxf6 die later teruggeslagen zal worden met de g pion, geef ik zwart een halfopen g lijn die met de toren beheerst kan worden. Hierdoor verzwak ik mijn veiligheid op de koningsvleugel. Ik ben immers genoodzaakt mijn koning in veiligheid te brengen met een korte rokade.

9) … Dxc3+ 10) Pd2 gxf3 11) Lc4 d6 12) Tb1 Pd4 13) O-O Tg8 14) Dh5

Hier ga ik in de aanval met een gevaarlijke dreiging op de f7 pion. Mijn ongedekte paard op d2 staat voorlopig prima. Ondanks dat ik slecht stond is het naar mijn idee weer een gelijkwaardige stelling geworden.

14) … Le6 15) Lxe6 Pxf6 16) Txb7

Ik had beter 16) Dxh7 kunnen spelen om te voorkomen dat er na Txb7 16) … Txg2+ wordt gespeeld. Deze mag ik niet slaan want dan komt zwart met Pf4+ en verlies ik mijn Dame.

16) … O-O-O 17) Tfb1 Txg2+ 18) Kh1 Tg7 19) De2 Dc6 20) Txa7 Pc5 21) Pc4

Met 21) f3 sta ik prima maar hier speel ik een hele slechte zet met 21) Pc4. Je mag van mij de e4 pion pakken, dacht ik. Toen besefte ik dat na 2) … Dxe4+ 22) Dxe4 Pxe4 ik genoodzaakt ben om de h pion te spelen of anders de f2 pion te dekken. Ik kan mat gezet worden met Pxf2#. Dat is wat er bij mij kan gebeuren als ik te snel in de aanval wil gaan. Haastige spoed is ….. Gelukkig voor mij wordt er iets anders gespeeld.

21) … Pxe4 22) f3 Pc3 23) Pa5 en Ronald gaf op.

Dit is natuurlijk een voor mij voordelige afruil van stukken. 23) … Pxe2 24) Pxc6 Tg1+ (noodzakelijk om Tb8# te voorkomen) 25) Txg1 Pxg1 26) Pxd8 met stukwinst voor mij.

Er was blijkbaar een sterkere combinatie na 21) … Pxe4 met 22) Pb6+ Kb8 23) Ta8+ Kc7(na Kb7 24.Da6+) 24) Pd5+ en als de dame dit paard slaat dan is er een mat in 4.

Marcel Nellen.

————————————————————————————————————-

Thematische stelling: de geïsoleerde pion.

Onderstaande stelling is uit de partij: J. Kerssemakers – J. de Wolf

gespeeld in de Interne competitie d.d. 10 juni 2016.

Diagram: na Pa5-c6 van zwart.

Is de geïsoleerde pion op d4 een sterke troef in combinatie met actief stukkenspel,

of wordt hij richting het eindspel een zwakke broeder?

In deze stelling heeft zwart een paar stevige missers geproduceerd en heeft wit 

alles zo ongeveer optimaal actief klaargezet voor de klapper, met andere woorden:

wit kan oogsten.

Ga maar eens ouderwets rekenen of stop de stelling lekker lui in je “variantenmachine”.

 Hieronder een paar varianten na: 16. Pxf7!

(4) J. Kerssemakers – J. de Wolf [D37]
interne comp 10.06.2016 

959MB 1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 d5 4.Pf3 Le7 5.e3 a6 6.a4 dxc4 7.Lxc4 c5 8.0-0 cxd4 9.exd4 0-0 10.Lf4 Pc6 11.Tc1 Ld7 12.De2 Tc8 13.Tfd1 Pa5 14.La2 Te8 15.Pe5 Pc6 16.Lb1

[16.Pxf7 Kxf7 17.d5

exd5 (17…Kf8 18.dxe6 Lc5 19.Dc4 Pe5 20.Df1 Da5 21.exd7 Pexd7 22.Dd3) 18.Pxd5 Le6 19.Pxf6 (19.Dxe6+ Kxe6 20.Pe3+ Pd5 21.Txd5 Dxd5 22.Pxd5 Lf6 23.Pc7+ Ke7 24.Pxe8 Txe8) 19…Lxf6 (19…Lxa2 20.Txd8 Texd8 21.Pxh7) 20.Txd8 Tcxd8 21.Lxe6+ Txe6]

Stelling na analysevariant

(na de gespeelde zet 16. Lb1 wist de zwartspeler zich ternauwernood te redden:

16…g6 17.Df3 Db6 18.Lg5 Pxe5 19.dxe5 Lc6 20.De2 Pd5 21.Pxd5 exd5 22.Lxe7 Txe7 23.La2 Tce8 24.Dd2 Txe5 25.a5 Db5 26.b4 Te2 0-1)

 Op vrijdag 15 april had ik het genoegen om met de partij

 Arjan Van Tuijl – Alex Jonkheer mee te kunnen kijken:

Een leuke partij (vanuit wits perspectief) met opofferingsgezinde paarden.

Een paar diagrammen:

diagram 1: na 12. …, Dxb2

Dus weer: “Sla nooit op b2, zelfs niet als het goed is.”

diagram 2: na 16. Pxf7 Het eerste paard offert zich op.

Zie ook de mooie lijnen voor de witte torens.

diagram 3: na 20. Pa5  Een fijne zet, het tweede paard offert zich op

(maar deze kan natuurlijk niet geslagen worden).

Johan de Wolf